De mens en zijn bario moeten centraal staan
De democratie zoals wij die kennen gaat (impliciet) uit van de gedachte dat politieke partijen ideologisch van elkaar verschillen, een op hun ideologie gebaseerde toekomstvisie hebben en dat hun representanten zich in de eerste plaats inspannen om het landsbelang of het algemeen belang te dienen.
De werkelijkheid is anders. Ideologieën spelen nauwelijks of geen rol. Het algemeen belang en het belang van het volk worden alleen om rhetorische redenen van stal gehaald: een cosmetisch aangebrachte ‘legitimatie’ om het streven naar welbegrepen eigenbelang beter verkoopbaar te maken.
De vraag ‘wat kan deze kandidaat voor mij betekenen?’ wordt waarschijnlijk veel vaker gesteld dat de vraag ‘wat kan deze kandidaat voor het land Curaçao betekenen?’. En omgekeerd wordt vooral gekeken met welke gunsten en beloftes de meeste stemmen kunnen worden getrokken. En in een samenleving met relatief veel armoede en een gemiddeld laag opleidingsniveau, leidt dat tot een grote groep makkelijk beïnvloedbare kiezers. Politici stappen ook makkelijk over naar een andere parij of richten er zelf een op. Dat betekent ook een hoge mate van politieke instabiliteit.
Op hun beurt zijn de politici afhankelijk van degenen die bereid zijn geld in hun campagne te investeren. Inderdaad: niet zomaar ergens geld insteken, maar investeren. Politici zijn kwetsbaar en beïnvloedbaar. Hoe meer geld iemand in een campagne steekt des te meer zal hij ervoor terug willen hebben. Zakelijk heet dat een ‘return on investment’. Je kunt dat vaak maar moeilijk waarnemen, maar vraag je af waarom (sommige) politici zich zo bijzonder druk maken om bepaalde zaken: bijvoorbeeld om een project dat juist wel of niet van de grond moet komen; een discussie over de locatie van een bepaald project of wie het mag uitvoeren; of wie er deel mogen uitmaken van het bestuur van een toezichthouder als de Gaming Control Board.
In de kern draait onze democratie dus om politici die zoveel mogelijk voor ‘hun’ (potentiële) achterban (kiezers, ‘investeerders’) willen doen. Dat zie je natuurlijk wel vaker, maar vanwege de kleinschaligheid zijn de lijnen korter, is de mate van mogelijke beïnvloeding groter en valt het allemaal veel sneller op. Alleen lijken sommigen de schaamte voorbij te zijn, of erger, wordt gesteld dat dit hoort bij ‘onze’ politieke cultuur.
Er wordt veel over ‘nation building’ gesproken: een nationale identiteit. De symbolen daarvan zijn in het bijzonder de vlag, het volkslied en de taal (het Papiaments). Voor de één is het heel belangrijk om zich met een nationale identiteit te kunnen identificeren, de ander voelt zich juist meer een wereldburger. Het gaat hier ook niet om ‘goed’ of ‘fout’, maar om een te respecteren verschil in levensopvatting.
Curaçao kent vele nationaliteiten en bevolkingsgroepen. Deze diversiteit is mooi en krachtig, maar wordt grotendeels miskend tijdens bijvoorbeeld een ‘Siman di Kultura’ – daar is alleen aandacht voor de geschiedenis van één bevolkingsgroep (weliswaar de grootste), zijnde de afstammelingen van de slaven. Het wordt tijd om de verscheidenheid aan Curaçaoënaars te erkennen en gezamenlijk na te denken over de vraag “Wie of wat is nou een Yu di Korsou”? Dus inclusief de Portugese, Hindoestaanse, Joodse, Chinese enzovoort Curaçaoënaars. En ja, ook de mensen van Nederlandse afkomst die hier soms al vele generaties zitten.
Naarmate er meer ontevredenheid heerst, wordt meer over ‘nation building’ gesproken. Maar waar gaat het in het leven nu echt om? Voor veel mensen speelt het leven zich af in en direct rond hun eigen bario. Wat er in de grote wereld verder allemaal gebeurt interesseert niet iedereen. Wat wel iedereen interesseert is een goed leven dan wel uitzicht op een goed leven. Een goed leven betekent: welzijn. In dat verband worden zaken als een baan, goede huisvesting, gezondheid, onderwijs, sport en (culturele) ontplooiing genoemd. De regering moet daarvoor de randvoorwaarden scheppen. En dat voor alle burgers.
Veel politieke discussies gaan over zaken waarmee mensen in het dagelijkse bestaan niet of nauwelijks te maken hebben: het Koninkrijk, (het streven naar meer) autonomie, de aanwijzingsbevoegdheid van de Koninkrijksregering, het democratisch deficit, de rol van de Gouverneur, en noem maar op. Dat zijn zaken die vooral voor politici van belang zijn. En hier lijkt een relatie te bestaan tussen de prestaties van politici en de discussies over deze onderwerpen: naarmate ‘de’ politiek minder in staat is goed te presteren, wordt meer geklaagd over deze voor politici ‘belangrijke’ onderwerpen. Er worden zondebokken gezocht, want als er dingen niet goed gaan is dat altijd de schuld van iets of iemand anders. Politici zoeken de oorzaak nooit bij zichzelf; ze gaan volledig op in hun spel en een groot deel van de bevolking vindt dat wel best.
We kunnen lang en uitvoerig discussiëren over iets denkbeeldigs als het Koninkrijk of een hervorming van het kiesstelsel. Maar biedt dat uitzicht op een oplossing? Waarschijnlijk niet, omdat degenen die daarover beslissen bepaalde deelbelangen dienen en zich veelal niet inspannen voor het volk als geheel. De discussie rond de Isla laat zien wat er gebeurt als (bepaalde) politici bepaalde commerciële belangen dienen.
Wat dan wel? Als de huidige generatie politici niet in staat is de problemen serieus aan te pakken en zich in te zetten voor het ‘algemeen belang’, dan wordt het misschien tijd voor een nieuwe generatie politici. Een generatie met idealen voor een beter en mooier Curaçao voor iedereen. Een belangrijke stap die dan moet worden gezet is het zoveel mogelijk elimineren van de factor geld die zo’n grote invloed heeft op politieke campagnes. Het moet weer om de inhoud gaan. En er moeten politici komen waarvan de integriteit buiten twijfel staat.
Kortom, in onze democratie moet de mens weer centraal staan. En zijn bario. Welzijn voor iedereen moet het leidende principe van elke politicus zijn. Maar wij vrezen dat er nog een lange weg is te gaan voordat dit ideaal wordt bereikt. Want om dit soort politici gekozen te krijgen, moet de meerderheid van de stemmers ook naar dit soort politici op zoek zijn. En helaas kampt ons land nog altijd met een grote groep stemmers, veelal met lagere inkomens, die meer bezig zijn met overleven dan met lange termijn beleidsafwegingen; van wie de stem ‘te koop’ is met een paar meter asfalt, of een telefoonkaartje. Om daar iets aan te doen, is veel voorlichting nodig en aandacht in het onderwijs voor vakken als Staatsinrichting. Maar dat is een aanpak voor de langere termijn, voorbij de 4-jaar horizon (gemiddeld eigenlijk 2,5 jaar) van de meeste politici. Helaas blijft dit liggen, en zet de vicieuze cirkel zich voort.
We zijn benieuwd naar wie er bereid zijn om serieus en oprecht te gaan werken aan de opbouw van Curaçao. En of het haalbaar is om genoeg van dat soort mensen te verenigen onder de vlag van één partij.
Discussier mee op onze Facebookpagina!
Door de Redactie van Progreso di Korsou, 10 oktober 2015.
Dit stuk mag worden overgenomen, zolang dat integraal gebeurt en met een verwijzing naar de bron: Progreso di Korsou